Dag 1 aankomst Mumbai

U komt aan in Mumbai (vroeger beter bekend als Bombay). Aan het water bij de Mumbai Harbour bevindt zich de 'Gateway of India', een opvallende triomfboog op de plek waar ooit eens de Engelsen hun eerste voet aan Indiase wal zetten. Hier staat ook het gigantische Taj Mahal Palace Hotel, het duurste hotel van India, dat met al zijn bogen een onbetwist Arabisch karakter uitstraalt.
Wandel eens naar het Victoria Station om de duizelingwekkende mensenmassa te bekijken, of naar de Crawford Markt om de laatste inkopen te doen alvorens naar huis terug te keren, levert u ongetwijfeld een scala aan indrukken op.
Langs de rustige en schaduwrijke avenues van Colaba vindt u prachtige koloniale panden. Onder de galerijen langs de Colaba Causeway is het daarentegen dag in dag uit een drukte van jewelste bij de eindeloze marktstalletjes die hier elke ochtend weer verrijzen op de stoepen. Door de straten van de statige wijken van Colaba, Fort en Churchgate rijden nog altijd de rode Engelse dubbeldekkers.
Andere bezienswaardigheden die bezocht kunnen worden zijn o.a. de Hangende Tuinen en de Torens der Stilte op Malabar Hill, de in zee gelegen moskee van Haji Ali, de Mahalaxmi Tempel en de nabij gelegen ‘Dhobi Ghat’ (de gemeentelijke openlucht wasserij). 

Dag 2 Mumbai - Aurangabad / excursie Ellora

Een korte binnenlandse vlucht brengt u van  Mumbai naar Aurangabad. De stad is genoemd naar Aurangzeb, de laatste van de grote Moghul heersers. Niet voor niets vindt u hier dan ook de Bibi ka Maqbara, een wel erg op de Taj Mahal lijkend mausoleum, gebouwd door de zoon van Aurangzeb voor zijn moeder.

Hiervandaan bezoekt de grotten van Ellora. De 34 grotten van Ellora zijn wereldberoemd om hun schitterende rotsarchitectuur. U vindt er zowel boeddhistische, jaïnistische alswel hindoeïstische grotten. De beroemdste grot is grot 16, de Kailasanatha tempel. Deze tempel is in de 8e eeuw uitgehouwen uit een enorme rotswand.

Dag 3 Aurangabad / excursie Ajanta

Vandaag bezoekt u de beroemde grotten van Ajanta. De grotten van Ajanta zijn allemaal boeddhistisch en vallen uiteen in twee groepen. De oudste groep stamt uit de 2e eeuw voor Christus en behoort tot de Hinayana stroming, de jongste groep stamt uit de 5-6e eeuw, de Mahayana stroming. In de oudste groep vonden geen afbeeldingen van Boeddha plaats, alleen maar symbolen. In de grotten van Ajanta vindt u prachtige beelden en rotsschilderingen. De rotsschilderingen behoren tot de mooiste boeddhistische rotsschilderingen van India.

Dag 4 Aurangabad – Solapur

Een lange reisdag van een uur of zeven rijden. Onderweg naar Badami overnacht in in het stadje Solapur.

Dag 5 Solapur – Badami

Na het ontbijt reist u in een uur of vier naar Badami. Deze plaats is bekend om zijn prachtige grottempels. Uitgehouwen in een wand van rood zandsteen. Enkele grotten zijn gewijd aan Vishu, een ander aan Shiva en weer een ander is een janinistische tempel. Ook is er een boeddhistische grot. Kortom; een multireligieus complex.
Vanaf de grotten heeft u een mooi zicht op het 5e eeuwse bassin Agastyatirtha en de Bhutanatha tempels.
Badami was de hoofdstad van het Chalukya rijk (6e / 7e eeuw

Dag 6 Badami – Hospet

U reist naar Hospet, een uur of vier rijden. ’s Middags verder ter eigen besteding.

Dag 7 Hospet / excursie Hampi

U bezoekt vandaag het Werelderfgoedmonument van Hampi. U vindt hier een overdaad aan overblijfselen van de oude stad Vijayanagar (hoogtepunt in de 16e eeuw). U vindt er diverse tempels, waaronder de Krishna tempel en de Virupaksha tempel. Ook oude badhuizen, bassins en de beroemde stallen waar de koninklijke olifanten verbleven.

Dag 8 Hospet – Hassan

U reist naar Hassan, een lange dag rijden, zo'n 8 uur in totaal. ’s Middags verder ter eigen besteding.

Dag 9 Hassan / bezoek Belur en Halebid

Hassan zelf is een middelgrote plaats zonder noemenswaardige attracties, maar niet ver hiervandaan liggen twee zeldzame architectonische hoogstandjes uit een van de belangrijkste culturele periodes van het hindoeïsme: de tempels van Belur en Halebid. De beide tempels werden – evenals de Keshava-tempel in Somnathpur – zo’n 800 jaar geleden door de Hoysala’s gebouwd. Dit volk, ontstaan uit de bergstammen van de Westelijke Ghats en lange tijd onderdanig aan de Chalukya’s, regeerde over het zuidelijke deel van het Deccan Plateau van de 11de tot de 13de eeuw.
Als eerste bezoekt u de aan Vishnu gewijde Channekeshava-tempel in Belur. In deze tempel worden dagelijks nog ‘puja’s’ (religieuze ceremonies) gehouden, waarbij niet-hindoes normaliter gewoon worden toegelaten. De hele tempel is zowel van binnen als van buiten zeer gedetailleerd gedecoreerd met beeldhouwwerk. Met name de hogere delen van de buitenmuren zijn zeer prachtig bewerkt, o.a. met afbeeldingen van dansende vrouwen in diverse rituele poses. Opvallend is verder dat de voorkant van de afbeeldingen laat zien uit de Kamasutra, terwijl de achterkant strikt voor de goden gereserveerd is.
Na op uw gemak rondgekeken te hebben in Belur, reist u verder naar Halebid. Ooit was dit - onder de naam Dwarasamudra - de hoofdstad van de Hoysala’s. Aan de Hoysaleswara-tempel werd meer dan tachtig jaar gewerkt, maar het bouwwerk is desondanks nooit helemaal voltooid. Toch is deze fabelachtige tempel het meest fraaie voorbeeld van Hoysala-architectuur. Elke centimeter van de buitenmuren en een groot deel van het interieur is op kunstzinnige wijze vormgegeven. Het beeldhouwwerk omvat taferelen uit de Ramayana, Mahabharata en Bhagavad Gita, alsmede beelden van goden, demonen, dansende meisjes, gestileerde olifanten, paarden, krokodillen en zwanen. De Hoysaleswara-tempel ligt in een ruime en mooi onderhouden tuin, waar zich ook een klein museum bevindt.
Interessant is ook de kleinere Kedareswara-tempel in Halebid, eveneens een onvoorstelbaar meesterwerk van tempelkunst.

Dag 10 Hassan – Mysore

Het is een uur of drie rijden naar Mysore. Het koninkrijk Mysore werd rond 1400 gesticht door de Wodeyar-dynastie, maar bleef tot in de 16de eeuw een vazalstaat van het machtige rijk van Vijayanagar. Na het uiteenvallen van dit rijk lukte het Wodeyars het grootste deel van de huidige deelstaat Karnakata aan zich te onderwerpen. Belangrijke heersers uit de 18de eeuw waren Hyder Ali en zijn zoon Tippu Sultan (de “Tijger van Mysore”), die beiden hevig tegenstand boden aan de oprukkende Britten.

Een onmisbaar hoogtepunt van een bezoek aan Mysore is het Maharaja Palace, dat nog steeds gedeeltelijk dient als woning van een afstammeling van de laatste maharadja. Het adembenemende paleis is een uitstekend voorbeeld van de overweldigende pracht en praal waarin de voormalige vorsten leefden. Fijn bewerkte houten deuren leiden naar zalen met gigantische zuilen en prachtige mozaïekvloeren. De felle kleuren en een overdaad aan tierelantijnen maken het geheel nog eens extra bombastisch. De Durbar Hall is waarschijnlijk de allermooiste zaal, maar ook de binnen de muren van het paleis gevestigde Sri Shweta Varahaswamy-tempel mag u niet missen. Op zondagavond wordt het paleis verlicht met duizenden lampjes, een sprookjesachtig gezicht, dat elke bezoeker zich nog lange tijd zal herinneren.

Even buiten de stad op de top van Chamundi Hill ligt de Sri Chamundeswari-tempel, gewijd aan een van de zeven beschermgoden van Mysore. Hoewel pelgrims geacht worden de 1000 traptreden naar boven te beklimmen, is de tempel ook via een asfaltweg langs de achterkant van de heuvel te bereiken, waarna u eventueel de tocht naar beneden kunt maken. Vanaf de top heeft u een mooi uitzicht over de stad. Halverwege de trappen naar beneden treft u een vijf meter hoog beeld van de stier Nandi aan, het vervoermiddel van Shiva. Passerende pelgrims maken hier altijd even een stop om ‘prasad’ (gepofte rijstkorrels) te offeren. Nandi zelf draagt steevast een krans van verse oranje bloemen om zijn nek.

Dag 11 Mysore / exursie Srirangapattinam

Mysore is een heerlijke stad om lekker rond te slenteren en op zoek te gaan naar souvenirs. Het is echter ook mogelijk een excursie te maken naar Somnathpur en Srirangapatnam.

De Keshava-tempel bevindt zich aan de rand van het plaatsje Somnathpur, zo’n 33 kilometer ten oosten van Mysore. De stervormige tempel werd in 1268 gebouwd, tijdens de hoogtijdagen van de Hoysala’s. De muren van dit adembenemende bouwwerk zijn van top tot teen bedekt met uitbundige sculpturen van taferelen uit de Ramayana, Mahabharata en Bhagavad Gita, alsmede met voorstellingen uit het leven van de Hoysala-koningen. Zelfs de plafonds van de tempel vertonen gedetailleerd beeldhouwwerk.
Op een groot eiland in de Kaveri-rivier (Cauvery), op ongeveer 16 kilometer buiten Mysore, staan de ruïnes van de ommuurde hoofdstad van Hyder Ali en Tipu Sultan. Vanaf hier zwaaiden zij de scepter over het grootste deel van het zuiden van het subcontinent. Van het fort is niet zoveel meer over, maar de binnen de vestingmuren gelegen Sri Ranganathaswamy-tempel verdient zeker een bezoek. De hoofdattractie is echter het zomerpaleis van Tipu Sultan (Daria Daulat Bagh). Het paleis wordt omgeven door een goed onderhouden Perzische tuin en doet tegenwoordig dienst als museum. U kunt hier de bezittingen van Tipu Sultan bewonderen in een rijk gedecoreerd interieur, met op de muren een aantal in goede staat verkerende fresco’s. Enkele kilometers hiervandaan ligt het uivormige mausoleum (Gumbaz) met de tombes van Hyder en Tipu.
Op de terugweg naar Mysore maakt u nog een stop bij het vogelreservaat op Ranganathittu, een van de andere twee eilanden in de Kaveri, waar u eventueel vanaf een bootje de diverse vogels kunt gadeslaan.

Dag 12 vertrek Mysore